vrijdag 20 oktober 2017

Grote Werken van Napoleon

3 mei

Het Canal de Saint-Quentin was al in ontwikkeling toen Napoleon zich ermee ging bemoeien en een nieuw tracé liet tekenen. Niet meer met een tunnel van dertien km, maar met een tunnel van 5,6 km en een kleinere van 1 km. 
Hij kwam het kanaal hoogstpersoonlijk openen door de tunnel in 1810, in gezelschap van zijn vrouw, door te varen.
De boot waarin hij zat moest door mannen de tunnel door getrokken zijn, want paarden waren te bang.
Onze boot was de kleinste van drie boten die om negen uur in de ochtend klaar lagen om door de tunnel getrokken te worden en moest daarom achteraan.
Vóór ons de Suzanna, een door Engelsen opgeknapte skûtsje, die ermee door Frankrijk varen, (en die, zoals vele Engelsen lid zijn van de Dutch Barge Association). Vooraan een péniche, een Frans vrachtschip met Terneuzen als thuishaven. 
Helemaal vooraan de Toueur #2, die een ketting van de bodem van de tunnel opneemt en achter zich weer neerlegt, zich zodoende voortbewegend, zonder uitstoot van schadelijke uitlaatgassen: als een trolleybus.
De voorste boot had echter grote problemen om koers te houden, moest telkens zijn motor gebruiken om bij te sturen, wat geen pretje is voor de boten achter hem, gezien de afwezigheid van ventilatie. 
Maar voor hem zal het ook niet fijn zijn geweest om telkens tegen de kant te knallen en veel van zijn verf op de muren achter te laten. 
Het was te ver vóór ons om iets te kunnen zeggen over het hoe en waarom van deze eigenaardige wijze van varen. Anderhalf uur ellende in elk geval, maar wij kwamen er zonder schade vanaf.

 
Even verderop ligt de kleinere tunnel; het einde is steeds te zien.

De sluiswachterswoningen op het eerste deel van onze reis waren stuk voor stuk zwaar verwaarloosd, 
vervallen en ontdaan van die elementen die het een status zouden geven op een erfgoedlijst. 
Het deel dat we vandaag bevoeren is er wat beter aan toe. Vaak bewoond en redelijk goed onderhouden.

Al een hele week begeven wij ons in een gebied dat doortrokken is van het bloed dat is vergoten in de verachtelijke Groote Oorlog. 
Niet zozeer de bekende loopgraven, maar Duitsers als bezetters, die burgerbevolking deporteerden of mensen doodschoten omdat ze postduiven hadden. 
De tunnel (onder een Amerikaanse oorlogskerkhof door) bracht ons nl. van het stroomgebied van de Schelde, waar we Cambrai bezochten, 
 
naar het stroomgebied van de Somme, die hier, in Seracourt-le Grand nog maar een beek is. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten