10 juni
De Saône is een prachtige rivier. Een beetje als de Rijn bij Arnhem, maar dan 150 km. (De rest zien we op de terugreis). Eén sluis per dag (we zijn vandaag de 300 gepasseerd!), bijna overal groene oevers en slechts af en toe een tegenligger, kortom: wakker blijven.
Dolblij zijn we met de witte katoenen driehoek die Mia maakte als zonwering boven de roef. Het is vandaag weer bloedje heet, maar dankzij deze schaduwdoek blijft de warmte dragelijk in de boot, of we nou varen of stilliggen. Tijdens het varen kijkt de stuurman of -vrouw er makkelijk onderdoor. Tijdens het varen is het vandaag trouwens sowieso aangenaam qua temperatuur met de zuidenwind tegen.
Een kort bezoek aan Mâcon, waar roeiwedstrijden op de Saône maakten dat we een halfuur moesten omvaren om voor de stad te kunnen aanleggen. Er was markt op de kade, waar we gretig gebruik van maakten, nadat we de stad hadden gescand. Het oudste huis is dit houten huis, maar dat is dan ook het enige houten huis. Verder een leuke stad.
Dit is het Hôtel de Dieu, het oude ziekenhuis, waarover een bordje vermeldt dat de koepel door een fout van studenten van de architect per ongeluk elliptisch werd op een vierkant grondvlak. Lijkt me een geval van serendipiteit.
Onze avond hebben we, op aanraden van de sluismeester, in Trévoux. We hadden er nooit van gehoord, maar het was ooit de hoofdstad van een prinsdom waar ik ook nog nooit van gehoord had, totdat het door het koninkrijk Frankrijk werd ingelijfd.
Wat ons nogal opvalt is de Italiaanse uitstraling van het stadje. Dat kan komen door invloed van de Romeinen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten